Een rondje lopen. Het klinkt zo eenvoudig, zo ontspannend, zo... bedrieglijk. Want hoewel een wandelingetje in de buitenlucht de perfecte manier lijkt om je hoofd leeg te maken, blijken er in de praktijk heel wat ergernissen op de loer te liggen. Hier zijn tien herkenbare frustraties die we allemaal wel eens tegenkomen als we een rondje gaan lopen:
Je begint vol goede moed aan je wandeling, het zonnetje schijnt en je hebt net je favoriete podcast aangezet. Maar dan... stoplicht nummer één. Je kijkt om je heen, geen auto in zicht. Toch blijf je staan, want je bent een fatsoenlijk burger. Het rode licht blijft eeuwig branden. Eindelijk, groen! Je zet je ene voet voor de andere, maar nog voordat je een ritme hebt gevonden: stoplicht nummer twee. Dit keer een oversteek met drie verschillende richtingen en elk licht springt precies op het verkeerde moment op groen. Je hebt het gevoel dat je in een slechte aflevering van een reality show zit: "Hoeveel stoplichten kan één mens trotseren?"
Je loopt rustig verder, blij dat je eindelijk die stoplichten achter je hebt gelaten. En dan gebeurt het: iemand besluit dat jouw wandeltempo precies het tempo is dat zij ook moeten aanhouden. Ze komen naast je lopen, precies naast je, alsof jullie de rest van je leven samen moeten doorbrengen. Je kijkt stiekem opzij, ze kijken niet terug. Het ongemak groeit met elke stap. Je besluit te versnellen, maar ze versnellen mee. Je vertraagt, maar zij ook. Nu ben je niet alleen aan het wandelen, je bent ook verwikkeld in een ongemakkelijke, onuitgesproken danswedstrijd.
Net als je denkt dat het niet erger kan, begint het te druppelen. Je kijkt omhoog en inderdaad, donkere wolken pakken zich samen. Dit stond helemaal niet op Buienradar! Je hebt jezelf voor de zekerheid toch voorbereid, dus je trekt je capuchon op en sjokt verder. Maar nee, het blijft niet bij druppelen. Nee, het lijkt alsof de hemel besloten heeft dat je zijn persoonlijke vijand bent. Je bent binnen een minuut doorweekt, en dat terwijl je je ochtend nog zo zorgvuldig had gepland. Er is geen ontkomen aan, je bent nu officieel een verzopen kat.
Ondanks de regen voel je dat je begint te zweten. Natuurlijk, het is warmer dan je dacht. Je hebt je dik aangekleed, want je dacht dat het fris zou zijn. Nu voelt je jas aan als een draagbare sauna. Je worstelt om hem uit te trekken, waarbij je bijna je oortjes verliest en een voorbijganger een elleboogstoot geeft. Eindelijk, bevrijd! Maar nu moet je die verdomde jas de rest van je wandeling meezeulen. Je hebt nu niet alleen je jas aan je lijf hangen, maar ook de ergernis die erbij komt kijken.
Net als je eindelijk een beetje in een ritme komt, met je jas onder je arm en de regen die langzaam stopt, voel je je eindelijk weer ontspannen. En dan, uit het niets, komt er een hardloper op topsnelheid achter je aan. Je hebt je oortjes in, dus je hoort ze pas op het laatste moment. BAM! Je schrikt je rot, springt bijna de struiken in, en kijkt met een bezwete, boze blik om je heen. De hardloper mompelt iets van "Sorry!" maar je voelt je hart nog in je keel bonzen. Dag ontspanning, hallo adrenalinekick.
Je wandelt in een lekker tempo en dan - hop - struikel je bijna over een scheefliggende tegel. Je herpakt jezelf en doet alsof er niets aan de hand is, maar vanbinnen ben je geïrriteerd. Elk scheef liggend stukje stoep voelt als een persoonlijke aanval op je wandelplezier. Na de vijfde keer voel je je meer een parkour-atleet dan een ontspannen wandelaar.
Je loopt lekker op het trottoir, maar ineens wordt het pad zo smal dat je er nauwelijks nog langs kunt. Tegenliggers komen je tegemoet en het wordt een ongemakkelijk ballet van wie waar moet gaan staan. Soms lijkt het alsof mensen je expres proberen te blokkeren, net als in een computerspel waarin je obstakels moet ontwijken.
Soms zijn het niet de fietsers of de kinderen, maar andere wandelaars die voor ergernis zorgen. Mensen die breeduit lopen en geen ruimte maken als je erlangs wilt, of wandelgroepen die het hele trottoir in beslag nemen. Je probeert erlangs te komen, maar ze lijken je niet eens op te merken.
Waarom, fietsers, waarom? Je hebt je eigen pad! Toch lijkt het alsof sommige fietsers besluiten dat het voetpad een veel betere optie is. Ze zoeven langs je heen met een snelheid die je wandelende hart nauwelijks kan bijhouden, waardoor je regelmatig opzij moet springen om een aanvaring te voorkomen.
Of het nu gaat om wegwerkzaamheden, een omgevallen boom of een groepje straatmuzikanten die het hele pad blokkeren, onverwachte obstakels kunnen je wandeling behoorlijk verstoren. Je moet plotseling van je route afwijken, wat je zorgvuldig uitgestippelde wandeling in de war brengt.
Haha doei